Elvira schreef een echt boek!

Een tijdje geleden ontving ik een ontzettend leuke e-mail. De mail kwam van de moeder van Elvira, een leerling die met mijn werkboek Literatuur en Creatief Schrijven aan de gang is geweest. Niet alleen heeft Elvira mijn werkboek met plezier doorgewerkt en heeft ze een mooi begin gemaakt van een eigen verhaal, ze heeft daarna verder gewerkt aan dat verhaal. Dat verhaal is zo lang geworden dat het een echt boek werd, dat Elvira vervolgens met wat hulp van haar moeder heeft laten drukken! Illustraties heeft ze gemaakt met Lego®figuren. Het is een spannend boek geworden dat fijn leest. Een monumentale prestatie, vind ik! Geweldig goed gedaan, Elvira!

Elvira’s boek heet De S van Saar:

Saar is de dochter van de sultan. De sultan heeft strenge regels. Zo mag Saar niet met dorpelingen praten, omdat die volgens haar vader een slechte invloed op haar hebben.

Als Saar toch doorgaat met het helpen van de dorpelingen en uiteindelijk zelfs een opstand organiseert, stuurt de sultan haar het paleis uit. Zal het Saar lukken om haar vader te overtuigen dat hij aardiger moet zijn voor zijn volk?

Wil je weten hoe het verder gaat? Je kunt het hele boek De S van Saar downloaden en lezen. Hier alvast de eerste pagina: Screen Shot 2018-06-17 at 17.58.02

NOT 2017

img_3136Afgelopen maand was de Nationale Onderwijs Tentoonstelling in de Jaarbeurs in Utrecht. Om eerlijk te zijn was ik er nog nooit geweest, dus dit leek me een uitstekend moment om toch eens een kijkje te nemen.

Mijn uitgever, Eduforce, zou aanwezig zijn met een stand, dus natuurlijk was ik benieuwd hoe de aanwezige leerkrachten zouden reageren op mijn werkboeken! En natuurlijk was ik ook benieuwd naar alle andere aanbieders van lesmateriaal, vooral op het gebied van verrijkingswerk.

Zaterdag om kwart voor negen stapten wij in Leeuwarden in de trein naar Utrecht Centraal. Wellicht niet heel verrassend was het druk in de trein. Bij elke station stapten drommen mensen in, tot het punt dat sommige geen zitplek meer konden krijgen. Er was slechts 1 conclusie mogelijk: juffen! (en een enkele meester)

img_3093Twee uur later stapten we uit en vertrokken in colonne richting de jaarbeurs. Al gauw stonden we in de grote drukte op de beursvloer. Wat een enorm evenement! Een blik op de plattegrond wees ons in de richting van Eduforce, waar het bij aankomst zo mogelijk nog drukker bleek dan in de eerste hal. Wauw! En het bijzondere was, de meeste van de bezoekers stonden in mijn boekjes te bladeren! Dat was even een heel bijzondere sensatie. Ik wist natuurlijk dat mijn boekjes goed ontvangen worden, maar het is toch even anders om zomaar 10 juffen op een rij te zien met mijn boekjes in de hand.

Na een praatje met mijn uitgever ben ik de rest van de beurs gaan bekijken. Ik zag relatief weinig verrijkingsmateriaal. Wel heb ik een aantal mooie boeken gezien. Ook kwam ik een – gek genoeg vrij populaire – aanbieder van ronduit afgrijselijk verrijkingsmateriaal tegen. Ik heb er geen ander woord voor. Dat gaf me in ieder geval het gevoel dat het dus toch belangrijk is om mooi materiaal te blijven maken!

Dus voor iedereen die op zoek is naar goed verrijkingsmateriaal: oriënteer je goed en ga niet uit van het label ‘verrijkingsmateriaal/pluswerk’ dat op veel boeken staat. Bekijk en beoordeel het materiaal zorgvuldig. En zorg natuurlijk dat je weet waar je op moet letten! (daar kan ik eventueel bij helpen door een workshop of presentatie te verzorgen)

Programmeren – een kijkje in de les

De laatste maanden heb ik twee blokken met programmeerlessen gegeven. Eerst aan een plusklas met kinderen uit groep 4 t/m 8 (een mooie uitdaging!) en daarna aan een plusklas met kinderen uit groep 7/8. Beide blokken waren een groot succes met bijzonder enthousiaste kinderen, al vonden ze het best wel pittig. Elke les was ongeveer 2,5-3 uur.

img_2877Les 1 – unplugged
Bij de eerste les blijven de computers nog uit. Om er meteen in te komen, begin ik met een potje levend programmeren. De kinderen worden in teams verdeeld en moeten een robot – een van hun teamgenoten – naar de andere kant van het veld zien te ‘programmeren’. Dat is best een uitdaging!

Daarna gaan de kinderen aan de slag met binair tellen en met pixels. Ze schrijven codes voor elkaar en proberen de codes van hun klasgenoten te ontcijferen. Hoe kun je dat nou zo kort mogelijk noteren?

Les 2 en 3 – oefenenimg_2892
Tijdens les 2 en 3 gaan de kinderen hard aan de slag met programmeren. Ze maken allerlei oefeningen op code.org om nieuwe concepten uit te proberen en zelf te ontdekken hoe dingen als lussen, variabelen en functies werken. Op codecombat.com leren ze de beginselen van Python. Ook maken ze vast kennis met Scratch.

img_2924Optie – excursie
Met een van de plusklassen ben ik op excursie geweest naar een kunsttentoonstelling in het Fries Museum. Daar bekeken de kinderen eerst de tentoonstelling en vertelden ze elkaar wat ze gezien en ontdekt hadden. Daarna ging ieder voor zich op stap om figuren en objecten te zoeken voor in hun eindwerkstuk. Ze maakten een beschrijving van wat ze nodig hadden en een projectplan voor hun eindwerkstuk.

Les 4 – eindproject img_2799
In les 4 draait alles om het eindwerkstuk. De leerlingen hebben 4 opties: een animatie, een doolhofspel, een flappy birdspel of een ontwijk&verzamelspel. Aan de hand van hun projectplan gaan de kinderen aan de slag in Scratch. Ze programmeren alles zelf, met hulp van mij als ze het nodig hebben.

img_2841Les 5 – presentaties en robots
In de laatste les presenteren de kinderen hun eindproject aan elkaar. Ze vertellen wat ze gemaakt hebben en demonstreren hoe het werkt. Ook leggen ze uit hoe hun code in elkaar zit. In de tweede helft van de les gaan ze als ‘toetje’ aan de slag met de robots Dash en Dot. In groepjes programmeren ze deze robots. Dash moet een parcours afleggen, waarbij de programmeurs punten kunnen halen. Aan het einde wordt duidelijk wie de winnaar is!

 

img_2814img_3049

Gastles op Terschelling

img_2597Vlak voor de zomervakantie heb ik een aantal gratis gastlessen over taal en programmeren ‘weggegeven’. De eerste gastles vond eind september plaats op Terschelling!

Na een kleine 1,5 uur reizen per trein, boot en bus kwam ik aan bij de plusklas. Een leuke groep van ongeveer 12 leerlingen uit groep 5, 6, 7 en 8. Best een uitdaging dus, zoveel niveaus in één groep!

Meteen na aankomst ben ik met de les begonnen, die een kleine twee uur duurde met halverwege pauze. Leuk was om te merken dat sommige opdrachten, waarvan ik dacht dat de jongere kinderen er meer tijd voor nodig zouden hebben, juist bij groep 7/8 lang duurden terwijl groep 5/6 er zo doorheen vloog. Heb ik ook weer wat geleerd!

De kinderen deden goed mee en hadden mooie, goede,img_2603 leuke en interessante antwoorden op de discussievragen die ik stelde. Altijd leuk om met een plusklas in gesprek te gaan. Aan het einde van de les kwam ik een minuut of vijf te kort, maar daar had ik rekening mee gehouden. De laatste opdracht konden de kinderen op een later moment zelfstandig uitvoeren. Als dank voor de les kreeg ik een mooi boek met de namen van alle kinderen erin!

img_2601De boot terug ging pas later, dus ik mocht de fiets van de juf lenen om nog even lekker rond te fietsen op Terschelling. Ik was er al jaren niet meer geweest en het was een prachtige dag, dus van dat aanbod heb ik dankbaar gebruik gemaakt.

Documentaire 2

Screen shot 2011-08-21 at 14.10.25De zomer eindigde met prachtig nieuws: ik heb een kleine subsidie toegekend gekregen door Stichting Mensa Fonds om een vervolg te maken op mijn documentaire ‘Gewoon Hoogbegaafd’ uit 2011.

Voor wie hem nog niet kent: in die documentaire portretteer ik drie hoogbegaafde kinderen en hun schoolervaringen. Déjan, in groep 8,  zit in een reguliere schoolklas maar gaat één ochtend in de week naar een plusklas. Marre, in groep 5, zit in een afdeling voor voltijds hoogbegaafdenonderwijs. Haar ouders verhuisden vanuit Noorwegen terug naar Nederland vanwege het onderwijs.
Menno, 6 jaar, krijgt thuisonderwijs. Hij liep zowel in het regulier onderwijs als in hetScreen shot 2011-08-21 at 14.10.56 voltijds hoogbegaafdenonderwijs volledig vast. Zijn ouders overwegen naar Australië te verhuizen omdat het geven van thuisonderwijs in Nederland in de meeste  gevallen verboden is.

Dit schooljaar is het zes jaar geleden dat ik deze kinderen opzocht en om die reden wilde ik graag een vervolg op de docu maken. Als de omstandigheden het toelaten, ga ik Déjan, Marre en Menno weer opzoeken om te horen hoe het nu met ze is. Daarnaast breng ik drie nieuwe situaties in beeld. Zo zoek ik een jongen van 8 jaar op met een geschiedenis van onderpresteren en gepest worden. Ook heb ik een bijzondere deelneemster gevonden in een meisje van 10 jaar, dat net is begonnen op het gymnasium. De derde deelnemer is een meisje van 9 dat het moeilijk heeft gehad op school, maar waar het steeds beter mee gaat door een goede samenwerking tussen school, ouders en een specialist.

Screen shot 2011-08-21 at 14.11.23Mijn streven is om de documentaire aan het einde van dit schooljaar, of uiterlijk in de zomer van 2017, af te hebben. Omdat ik meer dan fulltime werk, spreid ik de filmdagen wat uit over het schooljaar. Uiteindelijk zal ik ook deze documentaire beschikbaar maken op youtube. Maar eerst maar eens filmen. Ik heb er zin in!

Gratis gastles

Voor komend schooljaar geef ik 3 gratis proeflessen van 1,5 uur weg! Je kunt kiezen uit een introductieles programmeren of een introductieles denken over taal. Wilt u met uw plusklas of voltijds hoogbegaafdheidsklas in aanmerking komen voor zo’n proefles? Vul dan het formulier in! Inzenden kan tot 12 juni 12.00 uur en de uitslag zal diezelfde avond bekend worden.

  • Denken over taal: leerlingen onderzoeken wat het verschil tussen taal en schrift is, ontcijferen vreemde talen, lossen taalpuzzels op en ontdekken hoe bijzonder taal eigenlijk is (groep 3-8)
  • Programmeren: leerlingen ontdekken de beginselen van ‘computational thinking’, gaan aan de slag met levend programmeren en leren meer over binaire taal (groep 3-8)

(Hoog)begaafdheid en perfectionisme

shutterstock_3806533(Hoog)begaafdheid en perfectionisme
Je hoort vaak dat perfectionisme onder (hoog)begaafden vaker zou voorkomen. Of dat klopt, is lastig te zeggen. In een onderzoek onder 600 begaafde en 400 ‘reguliere’ leerlingen vond Wayne D. Parker in 1996 geen significante verschillen in perfectionisme. LoCicero en Ashby concludeerden in 1999 daarentegen dat perfectionisme wel vaker voorkwam onder begaafde leerlingen, maar dat ze hier over het algemeen geen last van hebben. Wat de waarheid ook is: mogelijk komt perfectionisme wel sterker naar voren onder (hoog)begaafden.

De combinatie van perfectionisme en hoogbegaafdheid heeft zowel voordelen als nadelen. Als ervaringsexpert merk ik dat het me helpt om mijn persoonlijke doelen te halen, mijn zelfdiscipline bevordert en heeft gezorgd dat ik zelfs gedurende een klinische depressie nog (summa) cum laude wist af te studeren. Anderzijds raak ik snel gefrustreerd als mijn plannen niet goed gaan, ben ik faalangstig (al heeft dat geen invloed op mijn prestaties) en leg ik de lat soms (veel) te hoog voor mezelfshutterstock_45904465

Bij (hoog)begaafde, perfectionistische kinderen zie je dat hun perfectionisme vaak tot faalangst leidt en soms zelfs tot een volledig onvermogen om taken en opdrachten uit te voeren. Het kind is dan zó bang om te falen, dat hij of zij niet eens meer durft te beginnen. Dat is erg vervelend om te zien! Hier een aantal tips voor ouders/verzorgers (en leerkrachten) met een (hoog)begaafde, perfectionistisch kind.

  • Geef complimenten voor gedrag, niet voor resultaat. Dus als een kind hard heeft gewerkt aan een tekening, kun je zeggen: “Wauw, wat heb je daar hard aan gewerkt. Ik zie dat je er veel tijd en energie in hebt gestoken. Goed zeg! Vertel eens over je tekening.” En niet: “Wauw, wat een prachtige tekening!” Zeg je dat laatste, dan zijn er twee mogelijk reacties van het kind. Vind zij de tekening zelf ook mooi, dan internaliseert zij de gedachte: ‘Ik word beloond als ik mooie tekeningen maak. Ik moet dus zorgen dat al mijn tekeningen mooi zijn.’ Een onmogelijke opgave. Vind het kind de tekening zelf niet goed gelukt, dan neemt ze jouw shutterstock_92963407compliment niet serieus (‘Je ziet toch ook wel dat het niet perfect is!’) en al je volgende complimenten misschien ook niet meer.
    .
  • Geef duidelijk jouw verwachtingen aan. Als je je zoon of dochter een opdracht geeft, vertel dan ook wat jij verwacht. Anders heb je kans dat hij de lat zelf een stuk hoger legt, wat kan leiden tot grote frustratie. Als het niet meteen lukt, is de kans groot dat hij het in woede of verdriet opgeeft. Dit is ook iets dat erg nuttig kan zijn voor leerkrachten op school. Bij kinderen die slecht tegen hun verlies kunnen bij spelletjes, zou je dit (in overleg met het kind) kunnen trainen: spreek met elkaar af dat het kind 1 of 2 keer opzettelijk een fout maakt in het spel. Dit is vreselijk moeilijk voor perfectionistische kinderen!
    .
  • Neem een stapje terug. Probeer samen met je kind een stapje terug te nemen. Dit is de executieve functie ‘metacognitie’. Als je kind thuiskomt met een toets waar hij geen tien op had en daar verdrietig of boos over is, probeer je samen met hem een stapje terug te nemen. Hoe erg is het nou eenmaal dat hij twee fouten heeft gemaakt? Als je kind een goed gevoel voor humor heeft, kan het helpen om dat provocerend in te zetten: “Heb je TWEE fouten gemaakt? Oh nee, wat verschrikkelijk! Nu zal je nooit je diploma halen. En als jij je diploma niet haalt, dan kun je niet gaan studeren. En dan wordt je nooit minister president en dan breekt ongetwijfeld de Derde Wereldoorlog uit!”
    .
  • shutterstock_78739291Help doelen concreet te maken. Als jouw kind een prachtig kunstwerk op internet heeft gezien en zij wil ook zoiets maken, maar kan dat niet omdat ze nog maar 8 jaar oud is… dan gaat er iets niet goed. Help je kind dus om SMART doelen voor zichzelf te formuleren: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden. Natuurlijk hoeft dat niet letterlijk zo te gebeuren, maar het zorgt dat je kind een realiteitscheck kan inbouwen als zij een nieuw plan heeft. Als achtjarige op het niveau van een professionele kunstenaar werken is niet realistisch. Bepaal samen wat wel realistisch is, zodat je kind de lat wat lager kan leggen voor zichzelf.

Heb je zelf ervaringen met perfectionisme? Deel ze!

Bronnen:
Wayne D. Parker, 1996
LoCicero & Ashby, 1999

Waarom uitdaging belangrijk is

shutterstock_3347715Uitdaging en (hoog)begaafdheid
Een van de uitspraken die je het meest hoort bij (hoog)begaafde leerlingen is: “Hij of zij heeft meer uitdaging nodig.” Dat klinkt logisch, maar dat voor elkaar krijgen is een uitdaging op zich voor zowel de leerling als de leerkracht. Er zijn verschillende redenen waarom uitdaging op school belangrijk is.

    1. Een kind dat niet uitgedaagd wordt, leert niet. Leren vindt plaats als een leerling werk doet dat net een beetje moeilijker is dan wat hij al kan, maar niet zo moeilijk dat het onmogelijk is. Juist bij (hoog)begaafde leerlingen is deze bandbreedte vaak redelijk smal en dus moeilijker om te bereiken. Te vaak zitten deze leerlingen echter nog in de grote bandbreedte van dingen die hij of zij (van nature) al kan. Is dat het geval, dan is de opdracht voor dit kind niets anders dan bezigheidstherapie. En daar heeft hij of zij school niet bij nodig!
      .
    2. Een kind dat niet uitgedaagd wordt, leert geen strategieën voor het omgaan met problemen of opdrachten waar hij of zij niet zelf uitkomt. Zelf heb op de basisschool één keer meegemaakt dat ik iets niet snapte (staartdelingen). Ik zat toen in groep 7 en raakte volkomen in paniek. Dus ben ik maar in huilen uitgebarsten. Het kwam niet eens in me op om naar de meester te gaan, want ik had simpelweg nog nooit meegemaakt dat ik iets niet snapte. Tja, dat werkt dus niet!
      .
    3. Een kind dat niet uitgedaagd wordt, heeft tevens veel minder gelegenheid om shutterstock_20873776executieve functies (vaardigheden) te trainen. Waarom leren plannen en organiseren als je al je werk van de hele dag toch wel binnen een half uur af hebt? Waarom leren om meteen met een opdracht te beginnen (taakinitiatie) als het niet uitmaakt als je een half uur later begint? En hoe leer je in hemelsnaam doorzetten (flexibiliteit), als alles je de eerste keer lukt? Dat laatste is extra lastig als de leerling ook nog perfectionistisch is.

Reden genoeg dus om voor uitdagend verrijkingsmateriaal te zorgen voor leerlingen die geen of onvoldoende uitdaging uit het reguliere curriculum halen. Toch zijn er twee veelgehoorde bezwaren tegen het inzetten van dit materiaal bij (hoog)begaafde leerlingen.

  • “Hij moet eerst maar eens goed scoren op het reguliere curriculum. Als hij dat nog niet eens kan, hoe moet hij dit moeilijkere werk dan maken?” Dit is een lastige uitdaging voor leerkrachten, want het vereist de vaardigheid om onderpresteren te herkennen en te erkennen.  Juist onderpresterende leerlingen kunnen een flinke boost krijgen van een plusklas of verrijkingsmateriaal, waardoor ze ook meer geduld hebben voor het reguliere, niet-uitdagende materiaal. Een (hoog)begaafde leerling die soms al jarenlang opdrachten heeft moeten maken die onder niveau zijn, ziet er het nut niet meer van in en kan de concentratie niet meer opbrengen om ze serieus te maken. Dus vult hij maar zo snel mogelijk overal wat in, dan is hij er weer van af. Ook voor onderpresterende leerlingen is uitdagend lesmateriaal dus essentieel.
  • shutterstock_69638665“Juf, ik vind het saai.” Dan geef je die leerling uitdagend materiaal, komt ze terug met de mededeling dat het saai is! Alleen betekent ‘saai’ eigenlijk zelden ‘saai’. Veel vaker betekent het ‘moeilijk’, maar heeft de leerling nog niet geleerd hoe je daarmee omgaat. Ze heeft nog niet genoeg kunnen oefenen met punt 2 en 3 hierboven. Voor een leerling die alles met twee vingers in de neus heeft kunnen halen en nog nooit haar hersenen heeft hoeven inspannen, is het lastig als ze opeens geconfronteerd wordt met materiaal dat dat wel van haar vraagt. Simpel gezegd zijn haar hersenen lui, ze willen niet aan het werk gaan want dat kost inspanning. Om die reden is het zaak om zo vroeg mogelijk aan de slag te gaan met verrijkingsmateriaal, zodat de luiheid niet kan toeslaan. Is de luiheid wel al aanwezig, dan is begeleiding in het ‘leren leren’ en aanleren van (executieve) studievaardigheden erg belangrijk. Help de leerling haar achterstand daarin in te halen. De hersenen moet flink getraind worden, net zoals een sporter allerlei spieren traint om haar sport beter te kunnen beoefenen.

Kom je deze problemen wel eens tegen in de praktijk? Alle verhalen zijn welkom!

Gastlessen plusklas

In januari en februari geef ik les in plusklas Maximus (groep 7 en 8). Gedurende vijf woensdagochtenden ontwerpen de kinderen hun eigen taal. Elke les leren ze meer over taalkunde en brengen die kennis meteen in de praktijk bij de opbouw van hun eigen taal. Zo kiezen ze in de eerste les een set klinkers en medeklinkers voor hun taal. In de tweede les bepalen ze hoe die klinkers en medeklinkers samen klankgroepen kunnen vormen. En zo verder! Natuurlijk verzinnen ze ook een volk dan hun taal gebruikt. Zo worden de kinderen flink uitgedaagd op de drie hoogste niveaus van de taxonomie van Bloom.